VS: wij helpen Irak in strijd tegen ‘lafhartige’ terreur Al-Qaeda

De Verenigde Staten hebben hun steun toegezegd aan de regering van Irak in de strijd tegen Al-Qaeda. Het Witte Huis veroordeelt de “lafhartige” aanslagen van gisteren in Bagdad die de ramadan van 2013 tot de bloedigste sinds 2007 maakten.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken verklaart vandaag volgens Reuters dat de aanslagplegers “vijanden van de islam” zijn. “En een gedeelde vijand van de VS, Irak en de internationale gemeenschap.”

Amerika en premier Maliki bagatelliseerden Al-Qaeda

De Iraakse regering zei na de aanslagen van gisteren dat het land op de rand van een burgeroorlog staat. Sektarische spanningen tussen sunnitische militanten en de shi’ieten liepen sterk op sinds Amerikaanse soldaten Irak anderhalf jaar geleden verlieten. Midden-Oostendeskundige Carolien Roelants enkele weken geleden in NRC Handelsblad:

“Het Amerikaanse bezettingsleger maakte in 2007-2008 gebruik van de groeiende weerzin van sunnitische stammen tegen de extremisten van het eveneens sunnitische Al-Qaeda om een eind te maken aan een vloedgolf van terroristisch geweld tegen shi’ieten. Shi’itische milities die zich in reactie te buiten gingen aan moorden op sunnieten, werden op hun beurt tot een staakt-het-vuren gedwongen. Terroristisch geweld ging wel door, maar op het peil van 200 tot 300 doden per maand, wat werd getolereerd. De Amerikaanse autoriteiten en later de overheid van de shi’itische premier Maliki bagatelliseerden het gevaar dat nog van Al-Qaeda uitging. Tot eerder dit jaar het geweld plotseling weer scherp toenam: sinds april hebben aanslagen en aanvallen ruim 3.000 levens geëist.”

‘Samenwerken met Irak tegen Al-Qaeda’

Het Witte Huis laat weten dat het nauw zal samenwerken met de Iraakse, voornamelijk shi’itische regering in de strijd tegen Al-Qaeda. Minister van Buitenlandse Zaken Hoshiyar Zebari gaat volgende week op bezoek in Washington.

Volgens de VN kwamen alleen in juli al duizend Irakezen om door aanslagen. Sinds 2008 was dat getal niet meer zo hoog, meldt de VN.