Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Milieu en natuur

Reportage

Een nieuwe pier in de ‘middle of nowhere’, geïnspireerd op Mondriaan

Paul de Kort ontwierp voor de Flevopolder een landschapskunstwerk.

‘Kom genieten van het uitzicht”, staat er op een blauw bord naast het veerooster dat toegang verschaft tot de Zwartemeerdijk in Kraggenburg. „Neem een kopje koffie van Keet”. Ernaast, op de picknicktafel die in de luwte van de dijk is neergezet, staat een rieten mandje met een grote thermoskan en wat koekjes. Het is een vreemde gewaarwording, zo’n knusse ontvangst midden in het uitgestrekte, lege landschap van de Noordoostpolder. Meer in de ‘middle of nowhere’ kun je in Nederland haast niet terechtkomen.

En toch verwacht de boerin van de dichtstbijzijnde boerderij – zij was het die de koffie hier neerzette – binnenkort drommen mensen. Dit weekend wordt Pier+Horizon van Paul de Kort opgeleverd, het zevende land-artkunstwerk van Flevoland. Sinds het droogleggen van de Zuiderzee zijn kunstenaars actief betrokken bij het inrichten van het landschap van Flevoland. Dat heeft geleid tot beroemde landschapswerken als de Groene Kathedraal van Marinus Boezem, Sea Level van Richard Serra en het Observatorium van Robert Morris. En nu komt er dus een zevende bij, een pier die 135 meter het water van het Zwarte Meer in steekt. Eromheen drijven vlotten die begroeid zijn met riet, kraggen in de volksmond, die kalmpjes meebewegen met de stromen van wind en water.

In het hart gesloten

„De Kraggenburgers hebben mijn kunstwerk nu al in hun hart gesloten”, zegt Paul de Kort opgetogen, terwijl hij vanaf de dijk uitkijkt op zijn pier. „Ik denk dat ze voelen dat Pier+Horizon ook over hen en hun landschap gaat. Dit kunstwerk hoort hier, in Kraggenburg. Ik maak kunst voor de openbare ruimte, dat betekent dat het van iedereen is. Het is fijn om te zien dat de lokale bewoners zich er ook daadwerkelijk over ontfermen.”

Drie jaar geleden werd De Kort door Flevoland gevraagd een ontwerp te maken voor deze locatie. „Er was eerst sprake van dat de opdracht naar de Amerikaanse kunstenaar Walter De Maria zou gaan, maar hij overleed in 2013. Toen klopte de provincie bij mij aan.” Het idee voor zijn kunstwerk kwam al vrij snel, vertelt hij. „Dat gebeurde echt in een flits. Toen ik de eerste keer in de auto zat op weg naar deze plek, rijdend over kaarsrechte wegen, moest ik opeens aan Mondriaan denken. Ik zag heel specifiek de tekeningen uit zijn serie Pier en Oceaan voor me, als een vaag visioen van mijn ontwerp.”

Cultuurhistorische sporen

Wie nu vanuit een vliegtuig over De Korts kunstwerk heen zou vliegen, zou daarin Mondriaans compositie makkelijk kunnen herkennen, met de pier die als een strakke pennenstreek het water in steekt, en de beweeglijke kraggen die er als schetsmatige arceringen omheen zijn getekend. De Kort: „De Pier en Oceaan-serie vind ik het beste wat Mondriaan ooit heeft gemaakt. Ik houd van de eenvoud, van het zwart-wit. Ik ben zelf ook meer een tekenaar dan een colorist. Zo rond 1914-1915 zie je dat Mondriaan het landschap nog net niet helemaal heeft losgelaten. Zijn latere werk uit De Stijl-periode is veel abstracter. Pas bij de Victory Boogie Woogie zie je de speelsheid weer terugkomen, dan laat hij het zichtbare landschap weer binnen.”

Behalve door Mondriaan liet De Kort zich voor zijn ontwerp ook inspireren door de cultuurhistorische sporen die al in het landschap te vinden waren. Voordat de Noordoostpolder in 1942 werd drooggelegd, verbond een zes kilometer lange strekdam het Zwarte Water vanuit Overijssel met de voormalige lichtwachterswoning Oud-Kraggenburg, die op een kunstmatig eilandje middenin de Zuiderzee lag. De contouren van de oude dam zijn nog zichtbaar, er loopt nu een betonnen fietspad . Architect Cornelis van Eesteren, die na de oorlog een ontwerp maakte voor de verkaveling van de Noordoostpolder, plooide zijn plattegrond mooi om die strekdam heen.

De Kort heeft zijn pier precies in het verlengde van de dam getekend. „Ik wilde die oude sporen weer zichtbaar maken. Als je de lijn van het betonpad doortrekt, zie je ongeveer 600 meter verder in het Zwarte Meer een klein eilandje liggen. Dat is nog een restant van de oude strekdam. Pier+Horizon wijst precies in de richting van die ruïne. Ook de verkavelingslijnen die Van Eesteren tekende, leken speciaal voor mijn kunstwerk te zijn neergelegd, zo mooi pasten die in mijn ontwerp.”

Het laatste stuk naar het kunstwerk moet je wandelen over die oude dam, die de omliggende percelen landbouwgrond kaarsrecht van elkaar scheidt. Een kilometer lang kijk je aan tegen de hoge Zwartemeerdijk, die tot op het laatste moment het uitzicht blokkeert. Maar dan, bij het passeren van het veerooster, strekt het water zich tot voor je uit, in oneindig veel tinten grijs.

Bescheiden

Vanaf de dijk gezien oogt het kunstwerk van De Kort, ondanks zijn diameter van bijna 300 meter, vrij bescheiden. „Ten opzichte van dit landschap lijkt eigenlijk alles klein”, lacht de kunstenaar. Op wat windmolens en elektriciteitsmasten na zijn er geen tekenen van bebouwing te zien. Al zie je, als je langer kijkt, dat de plukjes bomen wel heel gelijkmatig verspreid aan de horizon liggen. Dat moeten de boerderijen van de Flevopolder zijn. De Kort: „Alles is ritme, hier in Flevoland.”

Zodra je het kunstwerk betreedt, voel je jezelf steeds nietiger worden in dat immense landschap, omringd door niets anders dan water en wind. De horizon lijkt zich om je heen te krullen. Staand op het midden van de pier is het landschap geen tweedimensionaal plaatje meer, maar een panoramisch beeld. De wolkenluchten, het Hollandse licht, de bootjes aan de horizon – het doet opeens denken aan het Scheveningse panorama van Mesdag.

Natuurlijk zijn er ook direct associaties met andere kunstpieren, zoals Robert Smithsons Spiral Jetty in het zoutmeer van Utah. Toegegeven, het Zwarte Meer is niet zo immens als het Great Salt Lake, maar het gevoel opgezogen te worden in het landschap is vergelijkbaar. Ook de Floating Piers die Christo deze zomer in het Italiaanse Iseomeer liet aanleggen, liggen nog vers in het geheugen. Maar die pieren lagen wiebelig op het water, terwijl De Korts pier stevig verankerd is op zo’n 70 centimeter boven het water. Lopend over Pier+Horizon is het alsof je over het water zweeft.

Hij voelt zich schatplichtig aan die Amerikaanse land art, zegt hij. „Spiral Jetty is een belangrijk voorbeeld geweest. Ik houd ook van de strikte maatvoering die Walter De Maria in zijn kunstwerken hanteerde. In mijn landschapskunst bepaalt de plek tot in het kleinste detail betekenis en vorm. Ik noem dat de ‘topos’: het werk valt letterlijk samen met het onderliggende landschap. Pier+Horizon kan daarom niet aan de andere kant van de Noordoostpolder liggen, zelfs niet honderd meter verderop. Het kunstwerk heeft alleen op deze plek bestaansrecht.”

Snee in het landschap

We lopen verder over de pier, die naar het eind toe steeds lichter wordt. De meeuwen hebben het kunstwerk al in beslag genomen en het beschilderd met een dikke laag witte poep, waardoor de pier nog feller afsteekt tegen het donkere water. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe abstracter het bouwwerk wordt. Het is een snee in het landschap, een grafische lijn die het water doormidden klieft en zich roerloos onderscheidt van het kabbelende water. Eroverheen lopen is een desoriënterende exercitie, omdat de golven onder je door rollen, waardoor je soms als een dronkenlap je evenwicht dreigt te verliezen.

De Kort wijst naar de kraggen, die als een soort trage windvanen meebewegen met de golven. „Ze lijken te gebaren, te wijzen. Er staat nu zuiderwind, maar meestal komt de wind uit het zuidwesten, dan liggen ze meer parallel aan de wal. Het weer is nu heel kalm, maar bij windkracht zes kan het hier al aardig tekeergaan.”

Pier+Horizon is geen statisch kunstwerk, zegt De Kort. „Het landschap verandert hier voortdurend, en het kunstwerk verandert mee.” Om die veranderingen vast te leggen heeft hij een webcam op een hoge paal geplaatst die iedere ochtend een foto maakt van het moment dat de opkomende zon exact in één lijn staat met de pier. Zo groeit, over langere tijd, een reeks foto’s waarin je de seizoenen traag in elkaar ziet verglijden. Hij kijkt ernaar uit, naar de beelden die het zal opleveren: „Soms zal het stralend weer zijn, dan weer zwaar bewolkt of nevelig, soms zal een stevige zuidwester de kraggen in een streng gelid dwingen of ze onrustig om hun ankerpunten laten slingeren, terwijl een felle regenbui het water geselt.”