Direct naar artikelinhoud
ReportageOpenbaar Ministerie

Bij het Openbaar Ministerie heerst wantrouwen, angst en moedeloosheid

Een ontslagen hoofdofficier van justitie én plaatsvervanger, twee hoofdofficieren op non-actief, vier officieren die bij de minister komen klagen en ‘een carillon aan klokkenluiders’: wat is er aan de hand bij de instantie die de misdadigers moet vervolgen?

en
Het gerechtsgebouw in Breda.Beeld Novum RegioFoto

Vier officieren van justitie die bij de minister belet vragen om beklag te doen over hun bazen. De bazen die vervolgens de werkvloer opzoeken om mee te delen dat het speelkwartier voorbij is. Hoe diep graaft het wantrouwen binnen het Openbaar Ministerie, het OM?

Een jonge aanklager: ‘Er haken ­ervaren, goeie collega’s af. Dat zou een paar jaar geleden onvoorstelbaar zijn geweest.’

Een ander: ‘Dit is echt een moment waarop het tij moet keren. Dit wordt bepalend, ook voor mijzelf, of ik nog een toekomst heb bij het OM.’

Een derde: ‘Het is een geweldig ­beroep, in een klote-organisatie.’

Zwaarmoedigheid lijkt de beste ­typering voor de mentale staat van de instantie die de misdadigers moet vervolgen in Nederland.

Ruim een maand geleden werd bekend dat hoofdofficier Charles van der Voort van het parket Zeeland-West-Brabant vertrekt. Het college van procureurs-generaal, de top van het OM, had hem voor een keuze ­geplaatst: je treedt af of je wordt weggestuurd. Met hem stapt ook zijn plaatsvervanger en de directeur bedrijfsvoering op. In één beweging is in Breda de leiding onthoofd van een arrondissement dat zucht en kraakt onder drugsgerelateerde, zware criminaliteit.

Charles van der Voort tijdens een persconferentie in 2015.Beeld ANP

Het gedwongen aftreden kwam op een moment waarop iedereen binnen het OM met spanning uitkijkt naar het onderzoek van een commissie onder leiding van de voormalige procureur-generaal van de Hoge Raad, Jan Watse Fokkens. Het rapport wordt volgende maand verwacht. De commissie moet het gedrag beoordelen van twee andere hoofdofficieren binnen het OM, Marc van Nimwegen en Marianne Bloos, die op non-actief zijn gesteld vanwege een troebele liefdesrelatie en het vermoeden van integriteitsschendingen.

De medezeggenschapsraad van het OM heeft gevraagd om een breder onderzoek, ook naar ‘een mogelijk onderliggend cultuurprobleem’. Tot eind oktober heeft ­Fokkens tal van betrokkenen gehoord. ‘Erg veel mensen hebben zich aangemeld’, weet een aanklager. ‘Niet zomaar drie of vier klokkenluiders, maar een carillon aan klokkenluiders.’

Het ontslag van hoofdofficier Van der Voort had de kennelijke bedoeling orde op zaken te stellen. Uit gesprekken blijkt dat het tegendeel lijkt te zijn bereikt. Het parket Zeeland-West-Brabant met ongeveer tweehonderd medewerkers is verscheurd. De meest markante manifestatie hiervan is het bezoek dat, naar nu blijkt, vier vrouwelijke officieren van justitie uit Breda op woensdag 24 oktober hebben gebracht aan minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

Het viertal wilde met de bewindsman de zorgen delen over het hun inziens verbijsterende wegsturen van Van der Voort en, meer in het algemeen, de angstcultuur binnen het OM. De vrouwen maakten de minister duidelijk dat een serieuze aanpak van zware criminaliteit aan het huidige werkklimaat ten onder zal gaan.

Ongebruikelijk

Het is hoogst ongebruikelijk dat een minister ambtenaren ontvangt om beklag te doen. De werkgever van de officieren van justitie is het college van procureurs-generaal. Het viertal passeerde hun bazen en gaf er daarmee blijk van meer vertrouwen te hebben in de minister dan in de top van hun eigen OM.

Een week later, op donderdag 1 november, meldde zich procureur-generaal Rinus Otte in Breda. Hij sprak het hele parket toe, de huiskamer op de derde etage van het nieuwe gerechtsgebouw bij het station zat bomvol. In dissidente kring wordt gesproken van de Dag van het Wijzende Vingertje.

Otte maakte gewag van het bezoek aan de minister. Daar was volgens de procureur-generaal niets mis mee. Maar, stelt een aanwezige, Otte maakte tevens duidelijk dat dit actiemiddel niet voor herhaling vatbaar is. ‘Hij zei: “Nu is die deur natuurlijk wel gesloten.” Otte stelde dat zich gevoelens van onrust en verlorenheid kon voorstellen. Maar de emoties, zei Otte, moeten op een zeker moment ook gaan luwen. ‘Het OM wil werken aan een nieuwe toekomst.’

Het was een verhaal van ongeveer een half uur. Van een echt gesprek zou geen sprake zijn geweest. Sommige officieren van justitie weerden zich. Een medewerker trok een vergelijking met ouders die aan het scheiden zijn en bij de rechter belanden voor een omgangsregeling met de kinderen: ‘In die situatie vraagt de rechter het kind altijd naar diens mening. Hier worden de kinderen niet gehoord.’ Hij kreeg applaus.

Wat is er aan de hand met het Openbaar Ministerie? We spraken de afgelopen weken met twaalf betrokkenen. Allen hechten aan anonimiteit, hetgeen op zichzelf al wijst op ongemak in de gelederen. Kitty Nooy is de enige die we met naam en toenaam kunnen opvoeren. Ze was tot begin deze maand hoofd van het bureau Integriteit van het Openbaar Ministerie. In het tijdschrift Opportuun, het huisblad van het OM, neemt ze deze week met donder en bliksem afscheid.

Nooy wijst in dat artikel naar de top van de organisatie. Ze huldigt het standpunt dat de vis begint te rotten aan de kop. Daar zitten de mensen die elkaar te lang kennen en elkaar niet meer durven aan te spreken. Wie het toch doet, loopt de kans te worden geïntimideerd. Zo ontstaat een cultuur van angst, zegt Nooy: ‘Die sijpelt naar ­beneden en besmet uiteindelijk een hele organisatie. Ik wil graag dit zeggen: als het Openbaar Ministerie geen lering trekt uit affaires die het laatste jaar aan het licht zijn gekomen (…) gaan we door naar de volgende crisis.’

De crisis in Breda vertoont de trekken van een klassiek drama. Verdichting en waarheid lopen door elkaar, tegengestelde werkelijkheden gaan gelijk op. Was hoofdofficier Charles van der Voort nu die trouwe huisvader die zijn kinderen beschermde tegen de boze buitenwereld? Of was hij een cynische, enigszins onbehouwen bovenmeester? Hij was beide. Het ligt er maar aan wie je spreekt.

Toneelstuk

Het begin van de Onthoofding van Breda ligt in Radio Kootwijk, een buurtschap in de gemeente Apeldoorn waar vroeger een zendstation actief was. In de Theaterloods aldaar is vorig jaar meer dan veertig keer het ‘integriteitstoneelstuk’ Ons dna van productiehuis Plezant opgevoerd. Het was bedoeld om het integriteitsbesef aan te scherpen. Iedereen binnen het OM werd verwacht, van hoog tot laag. Alle hoofdofficieren kwamen, op twee na. Ze zijn vijf of zes keer uitgenodigd, maar de hoofdofficieren Van Nimwegen en Bloos hebben zich nooit laten zien in Kootwijk, aldus een OM’er.

Na afloop van elke voorstelling werden kleine groepjes geformeerd. De werkvloer mocht zich uitspreken. Volgens sommigen leidde dit tot zeer open dialogen, anderen hoorden hartstochtelijk geklaag. ‘Ook vanuit het parket Breda. Er bestond onvrede over de interne communicatie, over de overplaatsing van mensen, over de bedrijfsvoering. Toch ging velen weer over tot de orde van de dag’, aldus een betrokkene.

Posttraumatisch stresssyndroom

Velen doen hun werk met een ­gevoel van verlorenheid. Er is een ­externe factor die hieraan in ruime mate heeft bijgedragen: de bezuinigingen. In vier jaar raakt het Openbaar Ministerie een kwart van zijn budget kwijt. Een voormalig officier van justitie: ‘Het OM heeft een posttraumatisch stresssyndroom opgelopen van die bezuinigingsdreun. Ik heb met ze te doen. Ze wilden kennelijk de minister niet afvallen, dus hebben ze die operatie laten gebeuren. Maar tempo en ­omvang zijn totaal onverantwoord.’

Volgens meerdere OM’ers is het bijna onmogelijk om je werk nog goed te doen. ‘Je rent van de ene brand naar de andere’, zegt een aanklager. ‘Je wilt een 8 of een 9 afleveren en komt niet verder dan zesjes, omdat je almaar door moet. Het frustreert enorm als je constateert dat je door tijdgebrek een boef die slachtoffers heeft gemaakt vrijuit moet laten gaan. Dan ben je er op een zeker moment klaar mee.’

De zwaarmoedigheid binnen het OM groeide toen in april NRC de liefdesrelatie tussen de hoofdofficieren Van Nimwegen en Bloos openbaar maakte. De twee zouden hun verhouding lange tijd hebben verzwegen, althans ontkend. In het rumoerige circuit van roddel en achterklap was het liefdespaar intussen talk of the town. Het is een troebele toestand rond die relatie, integriteitsregels zouden zijn geschonden. De commissie-Fokkens zoekt het uit. Op de werkvloer zoemde de vraag: hoe kan het dat men het al die tijd heeft geweten en de leiding niet heeft ingegrepen?

Het is het imago dat kleeft aan het college van procureurs-generaal: voorbeeldige juristen met weinig bestuurskracht. Van Gerrit van der Burg, de voorzitter van het college, wordt gezegd dat hij de uitvinder is van onkreukbaarheid. Een Bijbelse opvoeding, vader zat in het verzet. Hij is een fanatiek misdaadbestrijder. Vorig jaar nam hij het voorzittersstokje over toen de ingewikkelde club al op de rand van overspannenheid balanceerde.

Pappen en nathouden

Wat het oplevert is ‘een organisatie van pappen en nathouden’, zegt een aanklager. Hij noemt de affaire-Lucas van Delft ter illustratie. Van Delft was officier van justitie in Breda tegen wie in 2015 anoniem serieuze levensbedreigingen binnenkwamen. Later bleek dat hij zelf de hand had in die anonieme berichten. Van Delft werd geschorst en naderhand overgeplaatst naar Rotterdam in een lagere functie. Dit voorjaar vond het college van procureurs-generaal het goed dat Van Delft terugkeerde als ­officier.

Van Delft weer togadrager – dat kan niet!, gispt een deel van zijn collega’s over de man die zijn toga zo lelijk had besmeurd. ‘Wij van het OM horen een onbevlekt blazoen te hebben. Onze basis moet honderd procent top zijn.’ Een aantal officieren van justitie heeft overwogen hun toga in een grote doos poste restante naar Den Haag te sturen.

Nadat in het voorjaar de affaire Van Nimwegen/Bloos onder publicitaire druk open was gebarsten, ging voorzitter Van der Burg langs alle parketten, zeepkistgewijze. Hij kwam uitleg verschaffen en moedeloosheid ­bestrijden. In Breda is bij die gelegenheid bedacht om een doos met een gleuf op de gang te zetten waarin ­iedereen klachten kon deponeren. Anoniem. De oproep was niet aan dovemansoren gericht. Uit de inzendingen doemde een dramatisch beeld op over de leiding van het parket, in het bijzonder over hoofdofficier Charles van der Voort. Te eigenzinnig, te weinig begaan met de noden van de werkvloer.

Marianne Bloos in 2017.Beeld ANP

Een betrokkene: ‘Als je een doos met een gleuf erin op de gang zet, weet je één ding zeker: de leiding gaat eraan.’

In de stijve wereld van justitie is Van der Voort een joyeuze ondernemer. Hij had een groep gezworenen rondom zich, vooral officieren die zich bezig houden met het grote werk, met zware criminaliteit. Hij was hun man, een echte crimefighter en altijd loyaal aan zijn mensen. Toen officier Greetje Bos in de Volkskrant het strafproces ‘een logistieke nachtmerrie’ noemde, tot afgrijzen van het college van procureurs-generaal, hield Van der Voort haar uit de vuurlinie.

Wie er niet bij hoorde – er wordt gesproken over ‘de kruimelofficieren’ – voelde zich al snel verwaarloosd. ‘Charles is van: niet zeiken en allemaal die kant op’, zegt een collega die hem goed kent. ‘Als je dat zo wilt ­verstaan, kan het dictatoriaal overkomen.’

Gif uit de doos

Geschrokken door wat er in Breda aan gif uit de doos met de gleuf kwam, besloot het college van procureurs-generaal tot nog een cultuuronderzoek. Alles bij elkaar pakte het negatief uit voor Van der Voort. Toen viel de bijl.

Interessant is nog waarom ook plaatsvervangend hoofdofficier ­Yolanda de Groot opstapte. Naar nu blijkt heeft zij al maanden voor de exercitie met de brievenbus berichten gestuurd naar de top van het OM met zware kritiek op het beleid van haar collega, de hoofdofficier. Die wist van niets. Toen Van der Voort te horen kreeg dat hij mede op basis van de verklaringen van De Groot moest hangen, stelde hij als eis: ik eruit?, dan ook zij. Hetgeen geschiedde.

Sommige van onze informanten veronderstellen een ‘Brexitgevoel’ ­onder medewerkers van het parket Zeeland-West-Brabant: we moesten onze gram kwijt, maar deze puinhoop was nu ook weer niet de bedoeling. En het college van pappen en nathouden – hoe kwam dat ineens zo stoer? Het trefwoord ‘paniek’ valt nogal eens. Opgejaagd door het besef leiding te geven aan een onttakelde organisatie, achtervolgd door boze dromen over integriteitskwesties, zou de top van het OM in paniek zijn doorgeschoten naar een daadkracht die zich tegen zichzelf lijkt te keren.

Intussen in Breda: ‘Veel mensen zijn bang’, verklaart een medewerker. ‘Veel mensen zijn boos. Er is nog veel minder vertrouwen in elkaar dan er al was.

‘We zijn moe, we zijn heel moe. Eerst was er nog strijdlust. Nu zitten we in het rouwproces. Er is vooral gelatenheid.’

Oud-officier van justitie Kitty Nooy over de ‘angstcultuur’ bij het OM: ‘Mensen die kritiek uiten, worden geïntimideerd en gekleineerd.