Direct naar artikelinhoud
Beeldende kunstOog voor detail

Wat doen die plastic tuinstoelen op dat schilderij?

Je ziet het pas goed van dichtbij. Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Deze week: tuinstoelen.

Wat doen die plastic tuinstoelen op dat schilderij?

Raquel van Haver

Dem Smoke and Blaze under Royal regime, 2018

Verschillende materialen en olieverf op jute en karton

225 x 325 x 17 cm

Eigendom van de kunstenaar

Te zien t/m 7 april in de tentoonstelling Spirits of the Soil in Stedelijk Museum Amsterdam

Op een feestje verraden de rekwisieten veel over de mensen en de mate van gezelligheid. De servetten op een tafel, de kandelaars, de lampen en de schalen met hapjes. Lege ruimtes na een feest zou je kunnen ‘lezen’ ­zoals je boodschappenkarretjes in de supermarkt kunt lezen, om te zien wat de spullen zeggen over de mensen die er waren.

Bij Raquel van Havers monumentale schilderijen van bijeenkomsten – altijd buiten, met eten en drinken – zijn het niet de rekwisieten die het eerst opvallen. Van Havers werk is vooral de moeite van een bezoek aan het Amsterdamse Stedelijk waard, waar het komende week nog te zien is, omdat je er echt vóór moet staan. ­Ze worstelt met materiaal alsof het een onderhandeling is, meer dan een uitbeelding. Huid is bij ­Raquel van Haver (29) bijvoorbeeld altijd vol diepte en kleuren, armen en gezichten liggen óp het kunstwerk als een heuvelgebergte. Plooien van kleren zijn hoekig en fel als in een renaissanceschilderij van Andrea Mantegna. Meubels en dieren bestaan uit dikke felkleurige kleine streepjes, waardoor je je soms even in een Van Gogh-schilderij waant. De raarste dingen zitten tussen de verf: sigarettenpeuken, kleine oogstickertjes, echt haar, ik weet zeker dat ik een paar condooms heb gezien en volgens mij ook een tand. Hier moet je live mee aan de slag.

Wat doen die plastic tuinstoelen op dat schilderij?
Beeld Gert Jan van Rooi

Dit detail zou net zo goed een golf of een stuk stof kunnen zijn, maar het is een stapel plastic tuinstoelen. Van die witte die je bij de Blokker vindt. De lijnen zijn superzwierig, het onderwerp minder. Duizenden plastic tuinstoelen zag ik in mijn leven – niet één daarvan op een schilderij. Het zijn wegwerpdingen die we niet het uitbeelden waard vinden, die wel de sfeer bepalen. Een gezellige barbecue of een goede curry langs een drukke straat in Bangkok. Een tuinfeest bij de buren of kapsalon op het terras van de snackbar. Met zo’n tuinstoel zie je zo het tafereel voor je. Geen bruiloft, geen schouwburgbezoek. Gewoon, samenzijn zonder per se een doel, behalve eten en praten, of dansen. ‘Liming’, noemt auteur Azu Nwagbogu van de catalogus dat, een onvertaalbaar Trinidadi­aans Engels woord. Nwagbogu vergelijkt deze schilderijen met Leonardo da Vinci’s Het Laatste Avondmaal, maar wie weleens voor de meterslange vreetpartijen van Paolo Veronese heeft gestaan, ziet meer gelijkenis. Ongedwongen liming in de 16de eeuw.

Twee jaar geleden schreef ik in deze serie over kindersnoep op een schilderij; zo’n lange doordrukstrip met kleurige kauwgomballen. Het was de eerste keer dat ik me ervan bewust was naar plastic te kijken in een schilderij. Er volgde een kleine zoektocht ­– wanneer zou het eerste plastic voorwerp in een geschilderde voorstelling zijn beland? – die onder meer uitkwam bij een bakelieten stekkerdoos door Otto Dix uit 1926. Het lastige is dat cellu­loïde, de eerste kunststof, in de 19de eeuw juist werd gebruikt om bestaande materialen te imiteren, zoals schildpad, ivoor en hout. Dus hoe herken je op een schilderij wat plastic is?

Bij Van Haver is het helder. We kennen de stoelen allemaal; zij gunt ze de eeuwigheid in haar werk. Ze onderstrepen de alledaagsheid van de bijeenkomsten die ze verbeeldt, het liming in ­favela’s, barrios en de grimmige achterbuurten van de wereld­steden. Het vertrouwde gevoel van samen hangen, eten, dansen, ongeacht de soms barre omstandigheden eromheen.

Volg Wieteke van Zeil op ­Instagram: @artpophistory