Direct naar artikelinhoud
Oog voor detailBijtertje

Deze woeste Noorman straalt uit: de tanden erin en gaan

Je ziet het pas goed van dichtbij. Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Deze week: tanden.

Deze woeste Noorman straalt uit: de tanden erin en gaan

Een berserker uit de Lewis schaakstukken

1150-1200; Ivoor van walrustand

Hoogte circa 8 cm

British Museum Londen 

Soms wil ik zo graag dat iedereen beschaafd is dat ik er onbehoorlijk hard van sta te vloeken. Het vergeefse ‘doe normaal!’ – gekraaid naar tv of, godbetert, de letters in de krant – wordt ingekleed met woorden en volume die hartstochtelijk het tegendeel bewijzen. Van gek gedrag ga je vanzelf gek doen.

Je kunt natuurlijk nooit zeker weten wat een gebaar, gemaakt in een andere tijd en een andere cultuur, precies betekent. Maar deze combinatie van ogen en tanden, ruim 800 jaar geleden vastgezet in een wapenschild, doet toch iets met je. Is het woede, waanzin, een opkomende explosie? Een dreiging of een clowneske afleiding? Wordt er een schreeuw gesmoord? Deze man is onderdeel van een team, en ieder heeft zijn plek. De koningin op haar troon is fascinerend; haar hand steunt tegen de zijkant van haar gezicht, uit, wat zal het zijn, wanhoop of bedachtzaamheid. Ik kan me iets van een parallel voorstellen met de huidige Britse koningin, zittend in haar kasteel dat er allang stond toen dit mannetje werd gemaakt, wanneer ze het slagveld van de Brexit beziet. De stukken uit dit  12de-eeuwse schaakspel, gevonden op het Schotse Lewis-eiland, hebben op hun gezichten expressies die net opengebroken lijken. Waakzaam en ‘aan’, op het waanzinnige af. Er zit op de koningin na weinig rust in het spel. Samen geeft het een fantastisch beeld van een strategische groep – en net als in elke gemeenschap staan de gekken aan de randen. Deze strijder is waarschijnlijk wat later de toren werd in het spel – geplaatst op het buitenste vak. Hij is een echte woeste Noorman met een uiterlijke expressie die past bij de strijders in de Noorse sagen. In het Engels wordt hij berserker genoemd – afkomstig van het IJslands, iets betekenend als ‘strijder die berenvel draagt’, en het Engels heeft er het heerlijke woord berserk van geleend, wat zo ongeveer precies beschrijft hoe ik de laatste tijd soms machteloos ‘doe normaal’-roepend de wereld ervaar. Maf geworden, lijp van het grotemensengetreiter overal. Berserk is het nieuwe normaal – je kunt er zelfs politicus van het jaar mee worden. Of president, of Brexit-aanjager. Als aandacht het doel is, schuiven de grenzen steeds een stukje verder op. Tot de berserker op de plek van de koning zit, vanwege de hoogste verdiensten in willekeurige herrie schoppen.  

Deze woeste Noorman straalt uit: de tanden erin en gaan
Beeld The Trustees of the British Museum

De stukken werden gevonden voor 1831 in de duinen van het eiland Lewis, dat in de 12de eeuw door de Noormannen werd beheerst, en ze vormen genoeg voor vier schaakspellen; er zijn acht koninginnen gevonden, behorend tot de vroegste koninginnen in de geschiedenis van het schaakspel. Het British Museum heeft 78 schaakstukken, het Nationaal Museum van Schotland in Edinburgh heeft er nog 11. De pionnen zijn abstract als zoutvaatjes of grafstenen; voetsoldaten hoefden geen identiteit. De rest is het tegendeel – in het steenharde walrusivoor zijn magnifieke details en expressies gebeiteld. 

Spel is de beste oefening voor het echte leven en zegt dus veel over de cultuur waaruit het voortkomt – alleen al de koningin, die in de Indiase versies, waar het schaakspel vandaan komt, niet voorkomt. We zullen misschien nooit weten wat de koningin denkt, of waarom de strijder in zijn schild bijt. Maar hun uiterlijk is voor altijd het reflecteren waard. Zo’n krijgertje, uit de 12de eeuw, die ons op de rand van het jaar 2019 zegt: wat er ook komt, de tanden erin en gaan.   

Volg Wieteke van Zeil op Instagram: @artpophistory