Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Verkeer en infrastructuur

The Truman Show in Noord-Korea. Persbus neemt verkeerde afslag

Een bus met buitenlandse journalisten wordt door de straten van Pyongyang gereden.
Een bus met buitenlandse journalisten wordt door de straten van Pyongyang gereden. Foto AFP / Pedro Ugarte

Het doet denken aan de film The Truman Show, waarbij de hoofdrolspeler op een gegeven moment een kijkje krijgt achter de schermen van zijn eigen geregisseerde leven. In Noord-Korea nam een bus vol met journalisten gisteren een verkeerde afslag. En plotseling was alles anders.

Journalist Tim Sullivan van de Associated Press zat in de bus.

“Een wolk bruine stof dwarrelde door straten vol gaten, langs betonnen appartementenkolossen die op hun hoeken hun verval blootgaven. Oude mensen sjokten voort over de trottoirs langs winkels zonder verlichting, sommigen met van oude canvastassen aaneengestikte rugzakken. Twee mannen in rolstoelen stonden te wachten bij een bushalte.

“Misschien is dit de verkeerde weg?” mompelde een van de Noord-Koreaanse gidsen, goedgeklede functionarissen van de regering die verslaggevers naar zorgvuldig georkestreerde presentaties loodsen, waar zonder uitzondering de drie generaties van de sinds 1948 regerende Kim-dynastie worden geprezen.

Terwijl de camera’s klikten, keerden de chauffeurs de drie bussen vlug in de smalle straten en koersten naar de oorspronkelijke bestemming: een smetteloos, helder verlicht, vrijwel leeg gebouw vol marmerpracht, waar digitale muziekopnames worden bewaard en dvd’s worden geproduceerd.”

Misschien is dit de verkeerde weg?Misschien is dit de verkeerde weg?

De buitenlandse journalisten waren op invitatie in Noord-Korea vanwege de viering van de honderste geboortedag van Kim Il Sung, de oprichter van het land. Die reizen zijn strak georganiseerd. De meeste buitenlandse bezoekers zien in Pyongyang nooit een gat in de weg, een verkeersopstopping of een stuk afval groter dan een sigarettenpeuk, schrijft Sullivan in zijn reportage voor AP. Ze zien geen mensen met handicaps, geen graffiti. Iedereen die zo’n perstour verlaat of een ommetje maakt in de buurt van de paar hotels waar buitenlanders worden toegelaten, kan door de politie worden ingerekend en het land worden uitgezet.

De meeste buitenlandse bezoekers zien in Pyongyang nooit een gat in de weg, een verkeersopstopping of een stuk afval groter dan een sigarettenpeuk. Foto AP / Ng Han Guan De meeste buitenlandse bezoekers zien in Pyongyang nooit een gat in de weg, een verkeersopstopping of een stuk afval groter dan een sigarettenpeuk. Foto AP / Ng Han Guan

Normaal gesproken zien ze vanachter het raam van de bus alleen schone straten en de monumenten en topgebouwen, zoals het Museum van de Bevrijdingsoorlog van het Zegevierende Vaderland, het paleis waar de filosofie van de Kims wordt geprezen of de computerlaboratoria van de Kim Il Sung-universiteit. Sullivan:

“Achter deze robotfaçade willen de Noord-Koreanen echter dezelfde dingen als vrijwel iedereen; tenminste, dat is wat iedere gevluchte Noord-Koreaan keer op keer zegt.

Ze ruziën met hun echtgenotes en bekommeren zich om de gezondheid van hun kinderen. Ze voeren kantoorpolitiek, dromen van het kopen van een auto en, als ze voldoende invloed hebben, hopen in de zomer naar het strand te kunnen. Als de tijden op hun slechtst zijn, zoals tijdens de hongersnoden in de jaren negentig, hopen ze genoeg voedsel bijeen te kunnen scharrelen om hun kinderen te kunnen voeden.”

Het is onduidelijk waarom het regime de stoffige verarmde buurten aan het oog onttrekt. "Het leven is hier veel beter dan voor de meeste mensen op het platteland." Foto AP / Ng Han GuanHet is onduidelijk waarom het regime de stoffige verarmde buurten aan het oog onttrekt. "Het leven is hier veel beter dan voor de meeste mensen op het platteland." Foto AP / Ng Han Guan

Het is volgens Sullivan onduidelijk waarom het regime de stoffige verarmde buurten aan het oog onttrekt. Ze liggen maar een kilometer buiten het centrum van de stad, over het spoor en voorbij Tongil-straat. Ze zien er niet uit als oorlogsgebied en zijn er zelfs niet zo erg aan toe als de slechtste straten in New York. Sullivan:

“Voor de meeste Noord-Koreanen, van wie een kwart afhankelijk is van buitenlandse voedselhulp en woont in huizen zonder drinkwater en elektriciteit, moeten ze eruit zien als een betere middenklassebuurt. Je hebt een speciale vergunning nodig om in de hoofdstad te wonen. Het leven is hier veel beter dan voor de meeste mensen op het platteland.

Hier zijn ambtenarenbanen, er is in ieder geval enkele uren per dag elektriciteit. De winkels hebben meer koopwaar, scholen beschikken over badruimtes. Toch besluit de regering deze buurten te verbergen voor buitenlandse ogen. Die moeten een bepaald beeld voorgeschoteld krijgen.”

Toch is het ook denkbaar dat het regime opener wordt, schrijft Sullivan in zijn reportage.

“Enkele jaren geleden sommeerden gidsen verslaggevers nog hun camera’s weg te bergen wanneer er iets in beeld kwam dat het opgesmukte beeld van Noord-Korea zou aantasten. In sommige gevallen deden ze de gordijnen in de bussen dicht. Maar donderdag zeiden de gidsen niets toen de camera’s klikten. De journalisten keken hun ogen uit. En van buiten, vanaf de straat, werden zij aangegaapt door Noord-Koreanen die nooit verwacht hadden door de buitenlanders te worden opgemerkt.”

"Van buiten, vanaf de straat, werden zij aangegaapt door Noord-Koreanen die nooit verwacht hadden door de buitenlanders te worden opgemerkt." Foto AP / David Guttenfelder"Van buiten, vanaf de straat, werden zij aangegaapt door Noord-Koreanen die nooit verwacht hadden door de buitenlanders te worden opgemerkt." Foto AP / David Guttenfelder